Vandaag twee etappes
dag 20 deel 1 – zaterdag 21 mei, Gap (8:30) – Barcelonnette (10:02),
0 km, 11º- 16º, zonnig, wind kracht 2
Na een vroeg ontbijt (7:30) stonden we rond 8:15 nauwelijks met onze fietsen en bagage buiten of de taxichauffeur, die we al in Grenoble hadden geregeld, stelde zich voor. Christian Messager kon zijn taxi, een Ford C Max, voorzien van een fietsdrager en daar werden de fietsen opgeladen.
Toen we wegreden vroeg ik hem of we nog even langs het stadhuis konden voor een stempel. Dat was geen probleem en hij parkeerde zijn taxi aan de rand van het centrum dat voetgangersgebied is. Gezamenlijk liepen we over de zaterdagmarkt naar het stadhuis. Ze konden zich daar niet herinneren of er ooit een stempel voor dit doel was gevraagd maar we kregen de stempels zonder problemen. Daarna verlieten we Gap en zoefden over prachtige wegen richting Barcelonnette dat 70 km verderop lag. We stopten nog even om naar het kunstmatige meer Serre-Poncon te kijken. Er is een stuw in de Durance gebouwd en zo is het grootste stuwmeer van Frankrijk ontstaan.
Dit meer dient o.a. voor de watervoorziening van Marseille en voor de appelboomgaarden in deze vallei. Alle bomen zijn met doek beschermd tegen eventuele hagelschade.
Verder vertelde Christian dat de Giro d’Italia volgende week een stukje Frankrijk meepikt. Speciaal voor dat doel worden de Col d’Agnel en Galibier sneeuwvrij gemaakt want ze zijn nu nog dicht. De renners rijden dan tussen sneeuwmuren van 6 meter hoog. Er schijnen geoefende skiers te zijn die er overheen springen. Even over tienen waren we in het centrum van Barcelonnette en de rit toonde aan hoe verstandig het is geweest om het stuk Gap – Barcelonnette niet te fietsen. We namen afscheid van Christian, tuigden onze fietsen op en dronken op een terrasje nog een kopje koffie.

dag 20 deel 2 – zaterdag 21 mei, Barcelonnette (11:00) – Vinadio (18:05),
via: Jausiers, La Condamine-Châtelard, Meyronnes, L’Arche, Sambuco,
63 km, 16º-20º, zonnig, wind kracht 2-3 in de rug bij de klim, windkracht 7 tegen bij de afdaling
De fietsetappe van vandaag bestond uit twee delen. De klim naar de Col de l’Arche (volgens de Fransen) of Colle della Madalena (volgens de Italianen) en de afdaling naar Vinadio. De klim is ongeveer 33 km en bestaat weer uit twee gedeelten. Een stuk merendeels vals plat van 15 km en een klim van gemiddeld 5% van 18 km. Klokslag elf vertrokken we uit Barcelonette.


Het stuk vals plat liep gesmeerd. De klim is officieel verboden voor fietsers (en wandelaars) vanwege het gevaar van ‘chute de pierres’. Net op de overgang van vals plat naar de klim staan deze verbodsborden en we keken dan ook wel een beetje benauwd dat juist daar 2 gendarmes stonden die een grote camion met strobalen hadden aangehouden. Ze groeten ons echter vriendelijk en hielden ons niet tegen. Na ong. 2 km klimmen werd duidelijk wat het gevaar was. Een vrij steile rotswand voorzien van netten om de stenen tegen te houden die zich uitstrekte over 2 km. We waren blij er voorbij te zijn. Daarna stopten we een aantal malen om uit te rusten en te drinken.
We waren ong. 3.30 op de col. Een fantastische prestatie van Martha want het was zwaar.
Boven rustten we een halfuurtje om daarna de afdaling te beginnen.

De afdaling begint eerst redelijk vlak om daarna over te gaan op 15 hairpins om flink te dalen.
Er stond een sterke tegenwind maar daar hadden we bij de hairpins nog geen last van. Waar we wel steeds meer last van kregen waren motorrijders. De col is een lustoord voor hen.

Aan de franse kant bestond het merendeel van het verkeer al uit motoren maar aan de italiaanse kant was het helemaal raak. Ze raasden naar beneden met brullende motoren en reden op rechte stukken zeker 160-200 km/u.

Ergerlijk was het dat ze sommigen zeer geïrriteerd tegen ons deden. Kennelijk verstoorden we hun ideale lijn of dachten ze dat ze op het circuit van Assen reden waar geen fietsers horen. Op een gegeven moment kwam er eentje achter me rijden en trok toen zijn gas vol open om met te laten schrikken, toen passeerde hij me en poogde me te snijden. Anderen draaiden zich om en balden hun vuist. Heel aso allemaal. Mogelijk een voorproefje van wat ons in Italië op de weg nog te wachten staat. Het kwam ons voor dat het praktisch alleen Italianen waren, buitenlandse motorrijders reden beschaafd. Uiteindelijk kwamen we bij het mooie Hotel Ligure in Vinadio aan. De hotelhoudster vertelde dat het hele dal lijdt onder de terreur van de motorrijders. We hebben echter geen caribieneri gezien.
Redelijk zat waren we maar weer een mijlpaal voltooid.
